Een van Engelands groote mannen heeft dezer dagen in een vergadering van theologische studenten o.a. het volgende gezegd:
"De dienst, waarin gij straks zult werkzaam zijn, is een zeer belangrijke. Gij zult op den kansel voor groote scharen het woord voeren. Hoe zult ge dit doen? En wat zult gij brengen?
"Noodzakelijk is een groote mate van oprechtheid en waarheid. Een niet vertrouwbaar dienaar des Woords heeft geen invloed. Ik ken een predikant, die weinig gave had, maar hij was een man van een onkreukbaar karakter, van veel toewijding. Het gevolg was, dat hij door iedereen werd vertrouwd, en daardoor tot zegen van velen was, meer dan menig groot redenaar. Herderlijke zorgen zijn vooral zoo noodig in onzen tijd. Zorg voor de jongelieden, voor de kinderen.
"En van veel gewicht is, dat het zuivere Evangelie telkens en telkens weer gebracht wordt. Liefde tot de zielen moet u dringen in den arbeid. Laat u niet verleiden, politiek op den kansel te brengen. De menschen hebben het Evangelie noodig. Het Evangelie niet van menschen, of naar den mensch, maar het Evangelie Gods. De blijde boodschap, dat waarachtig heil, voor tijd en eeuwigheid, alléén te krijgen is in levende verbinding met den naam van Jezus. - Het moet niet zoo zijn, dat verbeterde toestanden tot Christus brengen; dat de brooden de reden zijn, dat men Hem gaat volgen. Neen, omgekeerd. Als het Evangelie waarlijk wordt aangenomen, worden sociale en politieke kwesties vanzelf opgelost."