O, Heere, maak mij stil,
Berustend in Uw wil,
Hoe ook de weg moog' wezen;
Opdat ten àllen tijd,
In zorg, in leed, in strijd,
Uw liefde zij geprezen!
Ja Heer, ik ben Uw kind,
Dat troost en hulpe vindt
In de armen van zijn Vader.
Gij zijt in donkren nacht
Mijn Licht; Gij schenkt mij kracht
En brengt me Uw harte nader.
'k Begrijp niet, wat Gij doet;
Toch weet ik: het is goed.
Wil mijn geloof versterken!
Leer mij, in smart en pijn,
Hoe ook mijn weg moet zijn,
Uw liefde op te merken!
N. C. O.
Vorig gedicht |